Blijdschap - Christelijke e-cards

Hij is hier niet, maar Hij is opgestaan.

Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof,
hebben vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus.

O HEERE! Uw goedertierenheid is tot in de hemelen;
Uw waarheid tot de bovenste wolken toe.

Loof den HEERE, mijn ziel!
O HEERE, mijn God! Gij zijt zeer groot,
Gij zijt bekleed met majesteit en heerlijkheid.

De HEERE is mijn Sterkte en Psalm,
want Hij is mij tot heil geweest.

Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben,
maar dat Hij ons lief heeft gehad, en Zijn Zoon gezonden heeft
tot een verzoening voor onze zonden.

De God nu der hoop vervulle ulieden
met alle blijdschap en vrede in het geloven,
opdat gij overvloedig moogt zijn in de hoop,
door de kracht des Heiligen Geestes.

O HEERE! hoe groot zijn Uw werken!
zeer diep zijn Uw gedachten.

Zalig zijn zij, die niet zullen gezien hebben,
en nochtans zullen geloofd hebben.

Dankt God in alles;
Want dit is de wil van God
in Christus Jezus over u.

De woestijn en de dorre plaatsen
zullen hierover vrolijk zijn, en de wildernis
zal zich verheugen, en zal bloeien als een roos.

Bekommernis in het hart des mensen buigt het neder;
maar een goed woord verblijdt het.

Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet;
want derzulken is het Koninkrijk Gods.

Hij doet mij nederliggen in grazige weiden,
Hij voert mij zachtjes aan zeer stille wateren.
Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in het spoor
der gerechtigheid, om Zijns Naams wil.

Jezus sprak:
Ik ben het licht der wereld;
die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen,
maar zal het licht des levens hebben.

Het Lam, Dat geslacht is, is waardig te ontvangen
de kracht, en rijkdom, en wijsheid, en sterkte,
en eer, en heerlijkheid, en dankzegging.

Looft den HEERE, want Hij is goed;
want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

Ik zal den HEERE loven te aller tijd;
Zijn lof zal geduriglijk in mijn mond zijn.

Opdat mijn eer U psalmzinge, en niet zwijge.
HEERE, mijn God! in eeuwigheid zal ik U loven.

Gij hebt mij mijn weeklage veranderd in een rei;
Gij hebt mijn zak ontbonden, en mij met blijdschap omgord;

Zalig zijn zij, die niet zullen gezien hebben, en nochtans zullen geloofd hebben.

Na dezen zag ik, en ziet, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natie, en geslachten, en volken, en talen, staande voor den troon. En zij riepen met grote stem: De zaligheid zij onzen God, Die op den troon zit, en het Lam.

Want in blijdschap zult gijlieden uittrekken, en met vrede voortgeleid worden; de bergen en heuvelen zullen geschal maken met vrolijk gezang voor uw aangezicht, en alle bomen des velds zullen de handen samenklappen.