De HEERE zal in eeuwigheid regeren;
uw God, o Sion! is van geslacht tot geslacht.
Hallelujah!
Psalm 146:10
De HEERE zal in eeuwigheid regeren;
uw God, o Sion! is van geslacht tot geslacht.
Hallelujah!
Psalm 146:10
Welgelukzalig is hij, die den God Jakobs tot zijn Hulp heeft,
wiens verwachting op den HEERE, zijn God is;
Die den hemel en de aarde gemaakt heeft,
de zee en al wat in dezelve is;
Die trouwe houdt in der eeuwigheid.
Psalm 146:5-6
Israël hope op den HEERE;
want bij den HEERE is goedertierenheid,
en bij Hem is veel verlossing.
Psalm 130:7
Zo Gij, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat;
Heere! wie zal bestaan?
Maar bij U is vergeving,
opdat Gij gevreesd wordt.
Psalm 130:3-4
Want indien wij, vijanden zijnde,
met God verzoend zijn door den dood Zijns Zoons,
veel meer zullen wij, verzoend zijnde,
behouden worden door Zijn leven.
Romeinen 5:10
Jezus dan zeide wederom tot hen:
Vrede zij ulieden,
gelijkerwijs Mij de Vader gezonden heeft,
zende Ik ook ulieden.
Johannes 20:21
Jezus kwam en stond in het midden,
en zeide tot hen: Vrede zij ulieden!
Johannes 20:19b
De HEERE is goed dengenen,
die Hem verwachten,
der ziele, die Hem zoekt.
Klaagliederen 3:25
O HEERE! Uw goedertierenheid is tot in de hemelen;
Uw waarheid tot de bovenste wolken toe.
Psalm 36:6
Alzo is de wil niet, uws Vaders, Die in de hemelen is,
dat een van deze kleinen verloren ga.
Mattheüs 18:14
Want de HEERE is goed;
Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid,
en Zijn getrouwheid van geslacht tot geslacht.
Psalm 100:5
Doch aangaande de doden,
dat zij opgewekt zullen worden,
hebt gij niet gelezen in het boek van Mozes,
hoe God in het doornenbos tot hem gesproken heeft, zeggende:
Ik ben de God Abrahams,
en de God Izaks, en de God Jakobs?
God is niet een God der doden,
maar een God der levenden.
Markus 12:26-27a
Gij hebt voormaals de aarde gegrond,
en de hemelen zijn het werk Uwer handen;
Die zullen vergaan, maar Gij zult staande blijven;
en zij alle zullen als een kleed verouden;
Gij zult ze veranderen als een gewaad,
en zij zullen veranderd zijn.
Maar Gij zijt Dezelfde,
en Uw jaren zullen niet geeindigd worden.
Psalm 102:26-28
Wees mij tot een Rotssteen, om daarin te wonen,
om geduriglijk daarin te gaan;
Gij hebt bevel gegeven, om mij te verlossen,
want Gij zijt mijn Steenrots en mijn Burg.
Psalm 71:3
O alle gij dorstigen! komt tot de wateren,
en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet,
ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk!
Jesaja 55:1
Loof den HEERE, mijn ziel!
O HEERE, mijn God! Gij zijt zeer groot,
Gij zijt bekleed met majesteit en heerlijkheid.
Psalm 104:1
God zij ons genadig en zegene ons;
Hij doe Zijn aanschijn aan ons lichten.
Sela.
Psalm 67:2
Doch de HEERE in de hoogte is geweldiger
dan het bruisen van grote wateren,
dan de geweldige baren der zee.
Psalm 93:4
Geloofd zij de Heere;
dag bij dag overlaadt Hij ons.
Die God is onze Zaligheid.
Sela.
Psalm 68:20
Maar als Hij bedroefd heeft,
zo zal Hij Zich ontfermen,
naar de grootheid Zijner goedertierenheden.
Klaagliederen 3:32
Mijn God, mijn God!
Waarom hebt Gij mij verlaten,
verre zijnde van mijn verlossing,
van de woorden mijns brullens?
Psalm 22:2
Zo ver het oosten is van het westen,
zo ver doet Hij onze overtredingen van ons.
Psalm 103:12
Zijt dan niet bezorgd tegen den morgen,
want de morgen zal voor het zijne zorgen;
elke dag heeft genoeg aan zijn zelfs kwaad.
Mattheüs 6:34
Statenvertaling (NL)