Vergeving - Christelijke e-cards

En in gedaante gevonden als een mens,
heeft Hij Zichzelf vernederd,
gehoorzaam geworden zijnde
tot de dood, ja, de dood des kruises.

Want dat gevoelen zij in u,
hetwelk ook in Christus Jezus was;

Die in de gestaltenis Gods zijnde,
geen roof geacht heeft Gode evengelijk te zijn;
Maar heeft Zichzelf vernietigd,
de gestaltenis van een dienstknecht aangenomen hebbende,
en is de mensen gelijk geworden;

Israël hope op den HEERE;
want bij den HEERE is goedertierenheid,
en bij Hem is veel verlossing.

Zo Gij, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat;
Heere! wie zal bestaan?
Maar bij U is vergeving,
opdat Gij gevreesd wordt.

Want indien wij, vijanden zijnde,
met God verzoend zijn door den dood Zijns Zoons,
veel meer zullen wij, verzoend zijnde,
behouden worden door Zijn leven.

O alle gij dorstigen! komt tot de wateren,
en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet,
ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk!

Verwerp mij niet van Uw aangezicht,
en neem Uw Heiligen Geest niet van mij.

Vreest gijlieden niet; want ik weet, dat gij zoekt Jezus,
Die gekruisigd was.

Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft.
Komt herwaarts, ziet de plaats, waar de Heere gelegen heeft.

Mijn God, mijn God!
Waarom hebt Gij mij verlaten,
verre zijnde van mijn verlossing,
van de woorden mijns brullens?

Zo ver het oosten is van het westen,
zo ver doet Hij onze overtredingen van ons.

De HEERE is mijn Sterkte en Psalm,
want Hij is mij tot heil geweest.

Ulieden daarentegen, die Mijn Naam vreest,
zal de Zon der gerechtigheid opgaan,
en er zal genezing zijn onder Zijn vleugelen;

Ik zal den dorstige geven uit de fontein
van het water des levens voor niet.

Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u;
niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef Ik hem u.
Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd.

Want Ik zal hun ongerechtigheden genadig zijn,
en hun zonden en hun overtredingen
zal Ik geenszins meer gedenken.

Zie het Lam Gods,
Dat de zonde der wereld wegneemt!

Ik ben de goede Herder;
de goede herder stelt zijn leven
voor de schapen.

En zij zongen een nieuw lied, zeggende:
Gij zijt waardig dat boek te nemen, en zijn zegelen te openen;
want Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed,
uit alle geslacht, en taal, en volk, en natie;

Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben,
maar dat Hij ons lief heeft gehad, en Zijn Zoon gezonden heeft
tot een verzoening voor onze zonden.

Want uit genade zijt gij zalig geworden
door het geloof; en dat niet uit u,
het is Gods gave;

In God is mijn Heil en mijn Eer;
de Rotssteen mijner sterkte,
mijn Toevlucht is in God.

Welgelukzalig is hij,
wiens overtreding vergeven,
wiens zonde bedekt is.

En het zal zijn, dat een iegelijk,
die den Naam des Heeren zal aanroepen,
zalig zal worden.

Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben,
zo zult gij waarlijk vrij zijn.