Zwangerschap - Christelijke e-cards

Op U heb ik gesteund van den buik aan;
van mijner moeders ingewand aan zijt Gij mijn Uithelper;
mijn lof is geduriglijk van U.

Doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen.

Loof den HEERE, mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden.

Onze hulp is in den Naam des HEEREN,
Die hemel en aarde gemaakt heeft.

Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten,
dat zij zich niet ontferme over den zoon haars buiks?
Ofschoon dezen vergaten, zo zal Ik toch u niet vergeten.

Zou Hij, Die het oor plant, niet horen?
zou Hij, Die het oog formeert, niet aanschouwen?

Worden niet twee musjes om een penningsken verkocht?
En niet een van deze zal op de aarde vallen zonder uw Vader.
Vreest dan niet; gij gaat vele musjes te boven.

Gij Heere, zijt waardig te ontvangen
de heerlijkheid, en de eer, en de kracht;
want Gij hebt alle dingen geschapen,
en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen.

Het zijn de goedertierenheden des HEEREN,
dat wij niet vernield zijn,
dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben;
Zij zijn allen morgen nieuw,
Uw trouw is groot.

Ziet, de kinderen zijn een erfdeel des HEEREN;
des buiks vrucht is een beloning.

Uw handen hebben mij gemaakt.
Met vel en vlees hebt Gij mij bekleed; met beenderen ook en zenuwen hebt Gij mij samengevlochten;

Mijn gebeente was voor U niet verholen, als ik in het verborgene gemaakt ben, en als een borduursel gewrocht ben, in de nederste delen der aarde.

Want Christus is niet ingegaan in het heiligdom, dat met handen gemaakt is, hetwelk is een tegenbeeld van het ware, maar in den hemel zelven, om nu te verschijnen voor het aangezicht van God voor ons;

De HEERE nu is Degene, Die voor uw aangezicht gaat;
Die zal met u zijn; Hij zal u niet begeven, noch u verlaten;
vrees niet, en ontzet u niet.

Alle goede gave, en alle volmaakte gift is van boven,
van den Vader der lichten afkomende,
bij Welken geen verandering is, of schaduw van omkering.

En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten;
en Hij legde Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij:
Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste;

De HEERE is mijn Licht en mijn Heil, voor wien zou ik vrezen?
De HEERE is mijns levens kracht, voor wien zou ik vervaard zijn?

En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie;
doch de meeste van deze is de liefde.

Uw ogen hebben mijn ongevormden klomp gezien;

HEERE! Gij doorgrondt en kent mij.