Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen,
alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God!

Ik heb lief, die Mij liefhebben;
en die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden.

Die niet liefheeft, die heeft God niet gekend; want God is liefde.

Loof den HEERE, mijn ziel!
O HEERE, mijn God! Gij zijt zeer groot,
Gij zijt bekleed met majesteit en heerlijkheid.

De aarde geeft haar gewas;
God, onze God, zal ons zegenen.
God zal ons zegenen;
en alle einden der aarde zullen Hem vrezen.

De volken zullen U, o God! loven;
de volken, altemaal, zullen U loven.

God zij ons genadig en zegene ons;
Hij doe Zijn aanschijn aan ons lichten.
Sela.

Hij zal voor geen kwaad gerucht vrezen;
zijn hart is vast, betrouwende op den HEERE.

Hij zal heersen van de zee tot aan de zee,
en van de rivier tot aan de einden der aarde.

De HEERE is in het paleis Zijner heiligheid,
des HEEREN troon is in den hemel;
Zijn ogen aanschouwen,
Zijn oogleden proeven de mensenkinderen.

Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken;
die in Mij blijft, en Ik in hem,
die draagt veel vrucht;
want zonder Mij kunt gij niets doen.

Die in Mij gelooft, gelijkerwijs de Schrift zegt,
stromen des levenden waters zullen uit zijn buik vloeien.
(En dit zeide Hij van den Geest)

Verwerp mij niet van Uw aangezicht,
en neem Uw Heiligen Geest niet van mij.

O HEERE! Uw woord
bestaat in der eeuwigheid
in de hemelen.

Doch de HEERE in de hoogte is geweldiger
dan het bruisen van grote wateren,
dan de geweldige baren der zee.

Geloofd zij de Heere;
dag bij dag overlaadt Hij ons.
Die God is onze Zaligheid.
Sela.

Maar als Hij bedroefd heeft,
zo zal Hij Zich ontfermen,
naar de grootheid Zijner goedertierenheden.

Werpt al uw bekommernis op Hem,
want Hij zorgt voor u.

Vreest gijlieden niet; want ik weet, dat gij zoekt Jezus,
Die gekruisigd was.

Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft.
Komt herwaarts, ziet de plaats, waar de Heere gelegen heeft.

En het was de derde ure,
en zij kruisigden Hem.