Maar ik ben een worm en geen man,
een smaad van mensen,
en veracht van het volk.
Psalm 22:7
Hieronder vind u een overzicht van christelijke e-cards. U kunt deze kaarten gratis versturen.
Maar ik ben een worm en geen man,
een smaad van mensen,
en veracht van het volk.
Psalm 22:7
Mijn God, mijn God!
Waarom hebt Gij mij verlaten,
verre zijnde van mijn verlossing,
van de woorden mijns brullens?
Psalm 22:2
Hoe groot zijn Uw werken, o HEERE!
Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt;
het aardrijk is vol van Uw goederen.
Psalm 104:24
Zo ver het oosten is van het westen,
zo ver doet Hij onze overtredingen van ons.
Psalm 103:12
De dagen des mensen zijn als het gras,
gelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij.
Als de wind daarover gegaan is, zo is zij niet meer,
en haar plaats kent haar niet meer.
Psalm 103:15-16
Want Hij weet, wat maaksel wij zijn,
gedachtig zijnde, dat wij stof zijn.
Psalm 103:14
Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen,
ontfermt Zich de HEERE over degenen, die Hem vrezen.
Psalm 103:13
Zijt dan niet bezorgd tegen den morgen,
want de morgen zal voor het zijne zorgen;
elke dag heeft genoeg aan zijn zelfs kwaad.
Mattheüs 6:34
Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid,
en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.
Mattheüs 6:33
Daarom zijt niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten,
of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden?
Want al deze dingen zoeken de heidenen;
want uw hemelse Vader weet,
dat gij al deze dingen behoeft.
Mattheüs 6:31,32
Indien nu God het gras des velds, dat heden is,
en morgen in den oven geworpen wordt, alzo bekleedt,
zal Hij u niet veel meer kleden, gij kleingelovigen?
Mattheüs 6:30
Hij heeft machtigen van de tronen afgetrokken,
en nederigen heeft Hij verhoogd.
Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld;
en rijken heeft Hij ledig weggezonden.
Lukas 1:52-53
Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht
over degenen, die Hem vrezen.
Lukas 1:50
En dit zal u het teken zijn:
gij zult het Kindeken vinden
in doeken gewonden,
en liggende in de kribbe.
Lukas 2:12
Ulieden daarentegen, die Mijn Naam vreest,
zal de Zon der gerechtigheid opgaan,
en er zal genezing zijn onder Zijn vleugelen;
Maleachi 4:2
Maar heiligt God, den Heere, in uw harten;
en zijt altijd bereid tot verantwoording
aan een iegelijk, die u rekenschap afeist
van de hoop, die in u is, met zachtmoedigheid en vreze.
1 Petrus 3:15
Want wie het leven wil liefhebben, en goede dagen zien,
die stille zijn tong van het kwaad,
en zijn lippen, dat zij geen bedrog spreken;
Die wijke af van het kwade, en doe het goede;
die zoeke vrede en jage denzelven na.
1 Petrus 3:10-11
Daarom opschortende de lenden uws verstands,
en nuchteren zijnde, hoopt volkomenlijk op de genade,
die u toegebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus.
1 Petrus 1:13
Gijlieden, die den HEERE vreest!
vertrouwt op den HEERE ;
Hij is hun Hulp en hun Schild.
De HEERE is onzer gedachtig geweest,
Hij zal zegenen;
Psalm 115:11-12a
Zelfs vindt de mus een huis,
en de zwaluw een nest voor zich,
waar zij haar jongen legt, bij Uw altaren,
HEERE der heirscharen,
mijn Koning, en mijn God!
Psalm 84:4
Mijn ziel is begerig, en bezwijkt ook van verlangen,
naar de voorhoven des HEEREN;
mijn hart en mijn vlees roepen uit
tot den levenden God.
Psalm 84:3
Statenvertaling (NL)