Verwerp mij niet in den tijd des ouderdoms;
verlaat mij niet, terwijl mijn kracht vergaat.
Psalm 71:9
Verwerp mij niet in den tijd des ouderdoms;
verlaat mij niet, terwijl mijn kracht vergaat.
Psalm 71:9
In de hoop des eeuwigen levens,
welke God, Die niet liegen kan, beloofd heeft,
voor de tijden der eeuwen.
Titus 1:2a
Want Gij doet mijn lamp lichten;
de HEERE, mijn God, doet mijn duisternis opklaren.
Psalm 18:29
Want ik houd het daarvoor,
dat het lijden dezes tegenwoordigen tijds
niet is te waarderen tegen de heerlijkheid,
die aan ons zal geopenbaard worden.
Romeinen 8:18
Israël hope op den HEERE;
want bij den HEERE is goedertierenheid,
en bij Hem is veel verlossing.
Psalm 130:7
Zo Gij, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat;
Heere! wie zal bestaan?
Maar bij U is vergeving,
opdat Gij gevreesd wordt.
Psalm 130:3-4
Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof,
hebben vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus.
Romeinen 5:1
Mijn ziel is bezweken van verlangen naar Uw heil;
op Uw woord heb ik gehoopt.
Psalm 119:81
Jezus dan zeide wederom tot hen:
Vrede zij ulieden,
gelijkerwijs Mij de Vader gezonden heeft,
zende Ik ook ulieden.
Johannes 20:21
Jezus kwam en stond in het midden,
en zeide tot hen: Vrede zij ulieden!
Johannes 20:19b
Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen,
een Man van smarten, en verzocht in krankheid;
en een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem;
Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht.
Jesaja 53:3
De HEERE is goed dengenen,
die Hem verwachten,
der ziele, die Hem zoekt.
Klaagliederen 3:25
O HEERE! Uw goedertierenheid is tot in de hemelen;
Uw waarheid tot de bovenste wolken toe.
Psalm 36:6
De HEERE is mijn Deel, zegt mijn ziel,
daarom zal ik op Hem hopen.
Klaagliederen 3:24
Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop vast houden;
(want Die het beloofd heeft, is getrouw);
Hebreeën 10:23
Hoop op God,
want ik zal Hem nog loven
voor de verlossingen Zijns aangezichts.
Psalm 42:6b
Alzo is de wil niet, uws Vaders, Die in de hemelen is,
dat een van deze kleinen verloren ga.
Mattheüs 18:14
Want de HEERE is goed;
Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid,
en Zijn getrouwheid van geslacht tot geslacht.
Psalm 100:5
En God zal alle tranen van hun ogen afwissen,
en de dood zal niet meer zijn, noch rouw,
noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn,
want de eerste dingen zijn weggegaan.
Openbaring 21:4
Doch aangaande de doden,
dat zij opgewekt zullen worden,
hebt gij niet gelezen in het boek van Mozes,
hoe God in het doornenbos tot hem gesproken heeft, zeggende:
Ik ben de God Abrahams,
en de God Izaks, en de God Jakobs?
God is niet een God der doden,
maar een God der levenden.
Markus 12:26-27a
Gij hebt voormaals de aarde gegrond,
en de hemelen zijn het werk Uwer handen;
Die zullen vergaan, maar Gij zult staande blijven;
en zij alle zullen als een kleed verouden;
Gij zult ze veranderen als een gewaad,
en zij zullen veranderd zijn.
Maar Gij zijt Dezelfde,
en Uw jaren zullen niet geeindigd worden.
Psalm 102:26-28
Wees mij tot een Rotssteen, om daarin te wonen,
om geduriglijk daarin te gaan;
Gij hebt bevel gegeven, om mij te verlossen,
want Gij zijt mijn Steenrots en mijn Burg.
Psalm 71:3
Statenvertaling (NL)