Geloofd zij de Heere;
dag bij dag overlaadt Hij ons.
Die God is onze Zaligheid.
Sela.
Psalm 68:20
Geloofd zij de Heere;
dag bij dag overlaadt Hij ons.
Die God is onze Zaligheid.
Sela.
Psalm 68:20
Maar als Hij bedroefd heeft,
zo zal Hij Zich ontfermen,
naar de grootheid Zijner goedertierenheden.
Klaagliederen 3:32
Zo ver het oosten is van het westen,
zo ver doet Hij onze overtredingen van ons.
Psalm 103:12
De dagen des mensen zijn als het gras,
gelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij.
Als de wind daarover gegaan is, zo is zij niet meer,
en haar plaats kent haar niet meer.
Psalm 103:15-16
Want Hij weet, wat maaksel wij zijn,
gedachtig zijnde, dat wij stof zijn.
Psalm 103:14
Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen,
ontfermt Zich de HEERE over degenen, die Hem vrezen.
Psalm 103:13
Zijt dan niet bezorgd tegen den morgen,
want de morgen zal voor het zijne zorgen;
elke dag heeft genoeg aan zijn zelfs kwaad.
Mattheüs 6:34
Daarom zijt niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten,
of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden?
Want al deze dingen zoeken de heidenen;
want uw hemelse Vader weet,
dat gij al deze dingen behoeft.
Mattheüs 6:31,32
Indien nu God het gras des velds, dat heden is,
en morgen in den oven geworpen wordt, alzo bekleedt,
zal Hij u niet veel meer kleden, gij kleingelovigen?
Mattheüs 6:30
Ulieden daarentegen, die Mijn Naam vreest,
zal de Zon der gerechtigheid opgaan,
en er zal genezing zijn onder Zijn vleugelen;
Maleachi 4:2
Gijlieden, die den HEERE vreest!
vertrouwt op den HEERE ;
Hij is hun Hulp en hun Schild.
De HEERE is onzer gedachtig geweest,
Hij zal zegenen;
Psalm 115:11-12a
Zelfs vindt de mus een huis,
en de zwaluw een nest voor zich,
waar zij haar jongen legt, bij Uw altaren,
HEERE der heirscharen,
mijn Koning, en mijn God!
Psalm 84:4
Mijn ziel is begerig, en bezwijkt ook van verlangen,
naar de voorhoven des HEEREN;
mijn hart en mijn vlees roepen uit
tot den levenden God.
Psalm 84:3
Ik zal den dorstige geven uit de fontein
van het water des levens voor niet.
Openbaring 21:6b
Maar [Jezus], omdat Hij in der eeuwigheid blijft,
heeft een onvergankelijk Priesterschap.
Waarom Hij ook volkomenlijk kan zalig maken
degenen, die door Hem tot God gaan,
alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden.
Hebreeën 7:24-25
Doch nu zien wij nog niet, dat Hem alle dingen onderworpen zijn;
Maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond.
Hebreeën 2:8b-9a
Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden is;
roept Hem aan, terwijl Hij nabij is.
Jesaja 55:6
Maar dien den Heere verwachten,
zullen de kracht vernieuwen;
zij zullen opvaren met vleugelen, gelijk de arenden;
zij zullen lopen, en niet moede worden;
zij zullen wandelen, en niet mat worden.
Jesaja 40:31
Statenvertaling (NL)