En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten;
en Hij legde Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij:
Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste;
Openbaring 1:17
En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten;
en Hij legde Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij:
Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste;
Openbaring 1:17
Die geen zonde gedaan heeft,
en er is geen bedrog in Zijn mond gevonden;
Die, als Hij gescholden werd, niet wederschold,
en als Hij leed, niet dreigde;
maar gaf het over aan Dien,
Die rechtvaardiglijk oordeelt;
1 Petrus 2:22-23
Want hiertoe zijt gij geroepen,
dewijl ook Christus voor ons geleden heeft,
ons een voorbeeld nalatende,
opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen;
1 Petrus 2:21
Aanziet de vogelen des hemels, dat zij niet zaaien,
noch maaien, noch verzamelen in de schuren;
en uw hemelse Vader voedt nochtans dezelve;
gaat gij dezelve niet zeer veel te boven?
Mattheüs 6:26
Daarom zeg Ik u:
Zijt niet bezorgd voor uw leven,
wat gij eten, en wat gij drinken zult;
noch voor uw lichaam,
waarmede gij u kleden zult;
is het leven niet meer dan het voedsel,
en het lichaam dan de kleding?
Mattheüs 6:25
Want den HEERE aangaande,
Zijn ogen doorlopen de ganse aarde,
om Zich sterk te bewijzen aan degenen,
welker hart volkomen is tot Hem;
2 Kronieken 16:9a
Ik zeide; O HEERE! wees mij genadig;
genees mijn ziel, want ik heb tegen U gezondigd.
Psalm 41:5
Wacht op den HEERE, zijt sterk,
en Hij zal uw hart versterken,
ja, wacht op den HEERE.
Psalm 27:14
Zo ik niet had geloofd, dat ik het goede des HEEREN
zou zien in het land der levenden, ik ware vergaan.
Psalm 27:13
HEERE! leer mij Uw weg,
en leid mij in het rechte pad,
om mijner verspieders wil.
Psalm 27:11
Verberg Uw aangezicht niet voor mij,
keer Uw knecht niet af in toorn;
Gij zijt mijn Hulp geweest,
begeef mij niet, en verlaat mij niet,
o God mijns heils!
Psalm 27:9
Want Hij versteekt mij in Zijn hut, ten dage des kwaads;
Hij verbergt mij in het verborgene Zijner tent;
Hij verhoogt mij op een rotssteen.
Psalm 27:5
De HEERE is mijn Licht en mijn Heil, voor wien zou ik vrezen?
De HEERE is mijns levens kracht, voor wien zou ik vervaard zijn?
Psalm 27:1
Want wij, die geloofd hebben, gaan in de rust,
gelijk Hij gezegd heeft:
Hebreeën 4:3a
Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien,
ook degenen, die Hem doorstoken hebben;
en alle geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven;
ja, amen.
Openbaring 1:7
Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere,
Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige.
Openbaring 1:8
Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen;
en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.
Johannes 6:37
Juicht, gij hemelen! en verheug u, gij aarde! en gij bergen!
maakt gedreun met gejuich; want de HEERE heeft Zijn volk vertroost,
en Hij zal Zich over Zijn ellendigen ontfermen.
Jesaja 49:13
Maar Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft door onzen
Heere Jezus Christus.
1 Korinthe 15:57
Gij hebt voormaals de aarde gegrond, en de hemelen
zijn het werk Uwer handen;
Psalm 102:26
Statenvertaling (NL)