Christelijke feestdagen - Christelijke e-cards

Haast U tot mijn hulp,
Heere, mijn Heil!

Schep mij een rein hart, o God!
en vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest.

Ik zal u onderwijzen, en u leren van den weg, dien gij gaan zult;
Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn.

Maar God, die rijk is in barmhartigheid,
door Zijn grote liefde, waarmede hij ons liefgehad heeft,
ook toen wij nog dood waren door de misdaden,
heeft ons levend gemaakt met Christus
(uit genade zijt gij zalig geworden).

Want bij U is de fontein des levens;
in Uw licht zien wij het licht.

Keert u tot Mijn bestraffing;
ziet, Ik zal Mijn Geest ulieden overvloediglijk uitstorten;
Ik zal Mijn woorden u bekend maken.

De HEERE leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen;
en verhoogd zij God, de Rotssteen mijns heils!

Gij zijt opgevaren in de hoogte;
Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd;
Gij hebt gaven genomen
om uit te delen onder de mensen;
ja, ook de wederhorigen
om bij U te wonen, o HEERE God!

Welgelukzalig is de mens, die naar Mij hoort,
dagelijks wakende aan Mijn poorten,
waarnemende de posten Mijner deuren.
Want die Mij vindt, vindt het leven,
en trekt een welgevallen van den HEERE.

Wetende, dat Christus, opgewekt zijnde uit de doden,
niet meer sterft; de dood heerst niet meer over Hem.

En den Vorst des levens hebt gij gedood,
Welken God opgewekt heeft uit de doden;
waarvan wij getuigen zijn.

En de hoofdman over honderd, die daarbij tegenover Hem stond, ziende, dat Hij alzo roepende den geest gegeven had, zeide: Waarlijk, deze Mens was Gods Zoon!

Want zo dikwijls als gij dit brood zult eten,
en dezen drinkbeker zult drinken, zo verkondigt
den dood des Heeren, totdat Hij komt.

Desgelijks nam Hij ook den drinkbeker,
na het eten des avondmaals, en zeide:
Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed.
Doet dat, zo dikwijls als gij dien zult drinken, tot Mijn gedachtenis.

Dat de Heere Jezus in den nacht, in welken Hij verraden werd,
het brood nam; en als Hij gedankt had, brak Hij het,
en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam,
dat voor u gebroken wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis.

En Hij zeide tot hen: Ik heb grotelijks begeerd,
dit pascha met u te eten, eer dat Ik lijde.

En Ik zal u een nieuw hart geven,
en zal een nieuwen geest geven in het binnenste van u;
en Ik zal het stenen hart uit uw vlees wegnemen,
en zal u een vlesen hart geven.

Want de Heere geeft wijsheid;
uit Zijn mond komt kennis en verstand.

Aangaande de dagen onzer jaren,
daarin zijn zeventig jaren, of,
zo wij zeer sterk zijn, tachtig jaren;
en het uitnemendste van die is moeite en verdriet;
want het wordt snellijk afgesneden,
en wij vliegen daarheen.

En zij baarde haar eerstgeboren Zoon,
en wond Hem in doeken, en legde Hem neder in de kribbe,
omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg.

Want de Zoon des mensen is gekomen,
om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was.

Hij zal staan, en zal weiden in de kracht des HEEREN,
in de hoogheid van den Naam des HEEREN, Zijns Gods,
en zij zullen wonen, want nu zal Hij groot zijn
tot aan de einden der aarde.
En Deze zal Vrede zijn;

De HEERE heeft Zijn heil bekend gemaakt;
Hij heeft Zijn gerechtigheid geopenbaard
voor de ogen der heidenen.
Hij is gedachtig geweest Zijner goedertierenheid,
en Zijner waarheid aan het huis Israëls;
en al de einden der aarde hebben gezien
het heil onzes Gods.

Wentel uw weg op den HEERE,
en vertrouw op Hem, Hij zal het maken.