Zijt dan niet bezorgd tegen den morgen,
want de morgen zal voor het zijne zorgen;
elke dag heeft genoeg aan zijn zelfs kwaad.
Mattheüs 6:34
Zijt dan niet bezorgd tegen den morgen,
want de morgen zal voor het zijne zorgen;
elke dag heeft genoeg aan zijn zelfs kwaad.
Mattheüs 6:34
Daarom zijt niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten,
of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden?
Want al deze dingen zoeken de heidenen;
want uw hemelse Vader weet,
dat gij al deze dingen behoeft.
Mattheüs 6:31,32
Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht
over degenen, die Hem vrezen.
Lukas 1:50
En dit zal u het teken zijn:
gij zult het Kindeken vinden
in doeken gewonden,
en liggende in de kribbe.
Lukas 2:12
Ulieden daarentegen, die Mijn Naam vreest,
zal de Zon der gerechtigheid opgaan,
en er zal genezing zijn onder Zijn vleugelen;
Maleachi 4:2
Daarom opschortende de lenden uws verstands,
en nuchteren zijnde, hoopt volkomenlijk op de genade,
die u toegebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus.
1 Petrus 1:13
Maar [Jezus], omdat Hij in der eeuwigheid blijft,
heeft een onvergankelijk Priesterschap.
Waarom Hij ook volkomenlijk kan zalig maken
degenen, die door Hem tot God gaan,
alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden.
Hebreeën 7:24-25
Mijn genade is u genoeg;
want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht.
2 Korinthe 12:9m
Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u;
niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef Ik hem u.
Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd.
Johannes 14:27
Want Ik zal hun ongerechtigheden genadig zijn,
en hun zonden en hun overtredingen
zal Ik geenszins meer gedenken.
Hebreeën 8:12
Hij heeft Zijn volke verlossing gezonden;
Hij heeft Zijn verbond in eeuwigheid geboden;
Zijn Naam is heilig en vreselijk.
Psalm 111:9
Hij heeft dengenen, die Hem vrezen, spijs gegeven;
Hij gedenkt in der eeuwigheid aan Zijn verbond.
Psalm 111:5
Hij heeft Zijn wonderen een gedachtenis gemaakt;
de HEERE is genadig en barmhartig.
Psalm 111:4
Zijn doen is majesteit en heerlijkheid;
en Zijn gerechtigheid bestaat in der eeuwigheid.
Psalm 111:3
Komt herwaarts tot Mij,
allen die vermoeid en belast zijt,
en Ik zal u rust geven.
Mattheüs 11:28
En de vier dieren zeiden: Amen.
En de vier en twintig ouderlingen vielen neder,
en aanbaden Dengene, Die leeft in alle eeuwigheid.
Openbaring 5:14
Want uit genade zijt gij zalig geworden
door het geloof; en dat niet uit u,
het is Gods gave;
Efeze 2:8
In God is mijn Heil en mijn Eer;
de Rotssteen mijner sterkte,
mijn Toevlucht is in God.
Psalm 62:8
Hij is de Rotssteen, Wiens werk volkomen is;
want al Zijn wegen zijn gericht.
God is waarheid en is geen onrecht;
rechtvaardig en recht is Hij.
Deuteronomium 32:4
Het gras verdort, de bloem valt af;
maar het Woord onzes Gods
bestaat in der eeuwigheid.
Jesaja 40:8
Want alle volken zullen wandelen,
elk in den naam zijns gods;
maar wij zullen wandelen
in den Naam des HEEREN,
onzes Gods, eeuwiglijk en altoos.
Micha 4:5
Statenvertaling (NL)