Gedenk, HEERE!
Uwer barmhartigheden en Uwer goedertierenheden,
want die zijn van eeuwigheid.
Psalm 25:6
Gedenk, HEERE!
Uwer barmhartigheden en Uwer goedertierenheden,
want die zijn van eeuwigheid.
Psalm 25:6
Geloof in den Heere Jezus Christus,
en gij zult zalig worden, gij en uw huis.
Handelingen 16:31
Bij den Heere, onzen God, zijn de barmhartigheden en vergevingen, alhoewel wij tegen Hem gerebelleerd hebben.
Daniël 9:9
Gij, o HEERE! zult Uw barmhartigheden van mij niet onthouden;
laat Uw weldadigheid en Uw trouw mij geduriglijk behoeden.
Psalm 40:12
Ik ben niet gekomen, opdat Ik de wereld oordele,
maar opdat Ik de wereld zalig make.
Johannes 12:47b
Dankt God in alles;
Want dit is de wil van God
in Christus Jezus over u.
1 Thessalonicenzen 5:18
Ziet, God is mijn Heil,
ik zal vertrouwen en niet vrezen;
want de Heere HEERE is mijn Sterkte en mijn Psalm,
en Hij is mij tot Heil geworden.
Jesaja 12:2
Heilig, heilig, heilig
is de Heere God, de Almachtige,
Die was, en Die is, en Die komen zal.
Openbaring 4:8
Zijt vergenoegd met het tegenwoordige;
want Hij heeft gezegd:
Ik zal u niet begeven,
en Ik zal u niet verlaten.
Hebreeën 13:5b
Ziet, de volken zijn geacht
als een druppel van een emmer,
en als een stofje van de weegschaal;
Bij wien dan zult gij God vergelijken,
of wat gelijkenis zult gij op Hem toepassen?
Jesaja 40:15a,18
Vrees niet, gij wormpje Jakobs, gij volkje Israëls!
Ik help u, spreekt de HEERE,
en uw Verlosser is de Heilige Israëls!
Jesaja 41:14
De Heere nu des vredes Zelf
geve u vrede te allen tijd, in allerlei wijze.
De Heere zij met u allen.
2 Thessalonicenzen 3:16
Gij dan, mijn zoon,
word gesterkt in de genade,
die in Christus Jezus is;
2 Timotheüs 2:1
Geloofd zij de God en Vader
van onzen Heere Jezus Christus,
de Vader der barmhartigheden,
en de God aller vertroosting;
2 Korinthe 1:3
En tot den ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn,
ja, tot de grijsheid toe zal Ik ulieden dragen;
Ik heb het gedaan, en Ik zal u opnemen,
en Ik zal dragen en redden.
Jesaja 46:4
Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot den troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer tijd.
Hebreeën 4:16
Mijn genade is u genoeg;
want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht.
2 Korinthe 12:9
Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en zijt onrustig in mij?
Hoop op God, want ik zal Hem nog loven
voor de verlossingen Zijns aangezichts.
Psalm 42:6
Statenvertaling (NL)