Maar ik zal uitzien naar de Heere,
ik zal wachten op de God mijns heils;
mijn God zal mij horen.
Micha 7:7
Maar ik zal uitzien naar de Heere,
ik zal wachten op de God mijns heils;
mijn God zal mij horen.
Micha 7:7
Maar God, die rijk is in barmhartigheid,
door Zijn grote liefde, waarmede hij ons liefgehad heeft,
ook toen wij nog dood waren door de misdaden,
heeft ons levend gemaakt met Christus
(uit genade zijt gij zalig geworden).
Efeze 2:4-5
De genade van den Heere Jezus Christus,
en de liefde van God, en de gemeenschap
des Heiligen Geestes, zij met u allen. Amen.
2 Korinthe 13:13
Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben,
maar dat Hij ons lief heeft gehad,
en Zijn Zoon gezonden heeft
tot een verzoening voor onze zonden.
1 Johannes 4:10
En Ik zal u een nieuw hart geven,
en zal een nieuwen geest geven in het binnenste van u;
en Ik zal het stenen hart uit uw vlees wegnemen,
en zal u een vlesen hart geven.
Ezechiël 36:26
Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw.
Hij kan Zichzelven niet verloochenen.
2 Timotheüs 2:13
En zij baarde haar eerstgeboren Zoon,
en wond Hem in doeken, en legde Hem neder in de kribbe,
omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg.
Lukas 2:7
Want de Zoon des mensen is gekomen,
om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was.
Lukas 19:10
Hij zal staan, en zal weiden in de kracht des HEEREN,
in de hoogheid van den Naam des HEEREN, Zijns Gods,
en zij zullen wonen, want nu zal Hij groot zijn
tot aan de einden der aarde.
En Deze zal Vrede zijn;
Micha 5:3-4a
De HEERE heeft Zijn heil bekend gemaakt;
Hij heeft Zijn gerechtigheid geopenbaard
voor de ogen der heidenen.
Hij is gedachtig geweest Zijner goedertierenheid,
en Zijner waarheid aan het huis Israëls;
en al de einden der aarde hebben gezien
het heil onzes Gods.
Psalm 98:2-3
Want Gij, HEERE! zijt goed, en gaarne vergevende,
en van grote goedertierenheid allen, die U aanroepen.
Psalm 86:5
De HEERE is goed dengenen,
die Hem verwachten,
der ziele, die Hem zoekt.
Klaagliederen 3:25
Hij gedenkt Zijns verbonds tot in der eeuwigheid,
des woords, dat Hij ingesteld heeft,
tot in duizend geslachten;
Psalm 105:8
Wie is gelijk de HEERE, onze God?
Die zeer hoog woont.
Die zeer laag ziet,
in den hemel en op de aarde.
Die den geringe uit het stof opricht,
en den nooddruftige uit den drek verhoogt;
Psalm 113:5-7
Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien,
ook degenen, die Hem doorstoken hebben;
en alle geslachten der aarde
zullen over Hem rouw bedrijven;
ja, amen.
Openbaring 1:7
En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende:
Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
Mattheüs 28:18
Want zo hoog de hemel is boven de aarde,
is Zijn goedertierenheid geweldig over degenen,
die Hem vrezen.
Psalm 103:11
Bij den Heere, onzen God,
zijn de barmhartigheden en vergevingen,
alhoewel wij tegen Hem gerebelleerd hebben.
Daniël 9:9
Vertrouwt op den HEERE tot in der eeuwigheid;
want in den Heere HEERE is een eeuwige rotssteen.
Jesaja 26:4
Statenvertaling (NL)