Weest in geen ding bezorgd, maar laat uw begeerten in alles,
door bidden en smeken, met dankzegging
bekend worden bij God.
Filippenzen 4:6
Op deze pagina vind u de christelijke e-cards met betrekking tot het gebed.
Bekijk hieronder de christelijke e-cards die gaan over de verhouding met God, het gebed:
Weest in geen ding bezorgd, maar laat uw begeerten in alles,
door bidden en smeken, met dankzegging
bekend worden bij God.
Filippenzen 4:6
Verwerp mij niet van Uw aangezicht,
en neem Uw Heiligen Geest niet van mij.
Psalm 51:13
Ik vermaan dan voor alle dingen, dat gedaan worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen, voor alle mensen; Voor koningen, en allen, die in hoogheid zijn; opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid.
1 Timotheüs 2:1-2
Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt;
de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.
Markus 14:38
Bidt, en u zal gegeven worden;
zoekt, en gij zult vinden;
klopt, en u zal opengedaan worden.
Mattheüs 7:7
Zou Hij, Die het oor plant, niet horen?
zou Hij, Die het oog formeert, niet aanschouwen?
Psalm 94:9
Ik hef mijn ogen op naar de bergen,
vanwaar mijn hulp komen zal.
Mijn hulp is van den HEERE,
Die hemel en aarde gemaakt heeft.
Hij zal uw voet niet laten wankelen;
Psalm 121:1-3
En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp;
want wij weten niet wat wij bidden zullen gelijk het behoort,
maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen.
Romeinen 8:26
O God! Gij hebt mij geleerd van mijn jeugd aan,
en tot nog toe verkondig ik Uw wonderen.
Daarom ook, terwijl de ouderdom en grijsheid daar is,
verlaat mij niet, o God.
Psalm 71:17-18a
Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt;
de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.
Mattheüs 26:41
Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn;
was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw.
Psalm 51:9
Want Christus is niet ingegaan in het heiligdom, dat met handen gemaakt is, hetwelk is een tegenbeeld van het ware, maar in den hemel zelven, om nu te verschijnen voor het aangezicht van God voor ons;
Hebreeën 9:24
Welgelukzalig is de mens, die naar Mij hoort,
dagelijks wakende aan Mijn poorten,
waarnemende de posten Mijner deuren.
Spreuken 8:34
Ik zeide; O HEERE! wees mij genadig;
genees mijn ziel, want ik heb tegen U gezondigd.
Psalm 41:5
HEERE! leer mij Uw weg,
en leid mij in het rechte pad,
om mijner verspieders wil.
Psalm 27:11
Verberg Uw aangezicht niet voor mij,
keer Uw knecht niet af in toorn;
Gij zijt mijn Hulp geweest,
begeef mij niet, en verlaat mij niet,
o God mijns heils!
Psalm 27:9
Hoor, HEERE! mijn stem, als ik roep;
en wees mij genadig, en antwoord mij.
Mijn hart zegt tot U: Gij zegt: Zoek Mijn aangezicht;
ik zoek Uw aangezicht, o HEERE!
Psalm 27:7-8
En het zal geschieden, al wie den Naam des HEEREN zal aanroepen, zal behouden worden; want op den berg Sions en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, gelijk als de HEERE gezegd heeft; en dat, bij de overgeblevenen, die de HEERE zal roepen.
Joël 2:32
Voorts, mijn broeders,
wordt krachtig in den Heere,
en in de sterkte Zijner macht.
Efeze 6:10
O Heere, hoor! o Heere, vergeef! o Heere, merk op en doe het, vertraag het niet! Om Uws Zelfs wil, o mijn God! Want Uw stad, en Uw volk is naar Uw Naam genoemd.
Daniël 9:19
Ik heb den HEERE gezocht, en Hij heeft mij geantwoord, en mij uit al mijn vrezen gered.
Psalm 34:5
Hem nu, Die machtig is meer dan overvloediglijk te doen, boven al wat wij bidden of denken, naar de kracht, die in ons werkt, Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid
Efeze 3:20-21a
En nu, wat vertoeft gij? Sta op, en laat u dopen, en uw zonden afwassen, aanroepende den Naam des Heeren.
Handelingen 22:16
Statenvertaling (NL)