Al ware het, dat ik de talen der mensen
en der engelen sprak, en de liefde niet had,
zo ware ik een klinkend metaal,
of luidende schel geworden.
1 Korinthe 13:1
Al ware het, dat ik de talen der mensen
en der engelen sprak, en de liefde niet had,
zo ware ik een klinkend metaal,
of luidende schel geworden.
1 Korinthe 13:1
Wees mij tot een Rotssteen, om daarin te wonen,
om geduriglijk daarin te gaan;
Gij hebt bevel gegeven, om mij te verlossen,
want Gij zijt mijn Steenrots en mijn Burg.
Psalm 71:3
De God Israëls,
Die geeft het volk sterkte en krachten.
Geloofd zij God!
Psalm 68:36b
O alle gij dorstigen! komt tot de wateren,
en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet,
ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk!
Jesaja 55:1
Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen,
alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God!
Psalm 42:2
Ik heb lief, die Mij liefhebben;
en die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden.
Spreuken 8:17
Loof den HEERE, mijn ziel!
O HEERE, mijn God! Gij zijt zeer groot,
Gij zijt bekleed met majesteit en heerlijkheid.
Psalm 104:1
De aarde geeft haar gewas;
God, onze God, zal ons zegenen.
God zal ons zegenen;
en alle einden der aarde zullen Hem vrezen.
Psalm 67:7-8
God zij ons genadig en zegene ons;
Hij doe Zijn aanschijn aan ons lichten.
Sela.
Psalm 67:2
Hij zal heersen van de zee tot aan de zee,
en van de rivier tot aan de einden der aarde.
Psalm 72:8
Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken;
die in Mij blijft, en Ik in hem,
die draagt veel vrucht;
want zonder Mij kunt gij niets doen.
Johannes 15:5
Die in Mij gelooft, gelijkerwijs de Schrift zegt,
stromen des levenden waters zullen uit zijn buik vloeien.
(En dit zeide Hij van den Geest)
Johannes 7:38-39a
Verwerp mij niet van Uw aangezicht,
en neem Uw Heiligen Geest niet van mij.
Psalm 51:13
Doch de HEERE in de hoogte is geweldiger
dan het bruisen van grote wateren,
dan de geweldige baren der zee.
Psalm 93:4
Geloofd zij de Heere;
dag bij dag overlaadt Hij ons.
Die God is onze Zaligheid.
Sela.
Psalm 68:20
Maar als Hij bedroefd heeft,
zo zal Hij Zich ontfermen,
naar de grootheid Zijner goedertierenheden.
Klaagliederen 3:32
Vreest gijlieden niet; want ik weet, dat gij zoekt Jezus,
Die gekruisigd was.
Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft.
Komt herwaarts, ziet de plaats, waar de Heere gelegen heeft.
Mattheüs 28:5b-6
Mijn God, mijn God!
Waarom hebt Gij mij verlaten,
verre zijnde van mijn verlossing,
van de woorden mijns brullens?
Psalm 22:2
Hoe groot zijn Uw werken, o HEERE!
Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt;
het aardrijk is vol van Uw goederen.
Psalm 104:24
Statenvertaling (NL)