Zijn doen is majesteit en heerlijkheid;
en Zijn gerechtigheid bestaat in der eeuwigheid.
Schepping - Christelijke e-cards
Wij geloven in God als de Schepper van hemel en aarde. Scheppen betekent dat God iets maakt uit niets.
De enige die dat kan is God! Na de Schepping kon God over Zijn werk zeggen: "Zie het is zeer goed".
Bekijk hieronder de christelijke e-cards die gaan over Gods Schepping.:
Hallelujah!
Ik zal den HEERE loven van ganser harte;
In den raad en vergadering der oprechten.
De werken des HEEREN zijn groot;
Zij worden gezocht van allen, die er lust in hebben.
O HEERE! hoe groot zijn Uw werken!
zeer diep zijn Uw gedachten.
Ik heb de aarde gemaakt,
en Ik heb den mens daarop geschapen;
Ik ben het! Mijn handen hebben de hemelen uitgebreid,
en Ik heb al hun heir bevel gegeven.
Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom vervullen
al uw nooddruft, in heerlijkheid,
door Christus Jezus.
Hij wordt ook door mensenhanden niet gediend,
als iets behoevende, alzo Hij Zelf allen het leven,
en de adem, en alle dingen geeft;
De God, Die de wereld gemaakt heeft en alles wat daarin is;
Deze, zijnde een Heere des hemels en der aarde,
woont niet in tempels met handen gemaakt;
Hij doet het gras uitspruiten voor de beesten,
en het kruid tot dienst des mensen,
doende het brood uit de aarde voortkomen.
In den beginne was het Woord,
en het Woord was bij God,
en het Woord was God.
Dit was in den beginne bij God.
Hij heeft ieder ding schoon gemaakt op zijn tijd;
ook heeft Hij de eeuw in hun hart gelegd,
zonder dat een mens het werk, dat God gemaakt heeft,
kan uitvinden, van het begin tot het einde toe.
Wij allen vallen af als een blad,
en onze misdaden voeren ons
henen weg als een wind.
Zijn er onder de ijdelheden der heidenen,
die doen regenen, of kan de hemel druppelen geven?
Zijt Gij die niet, o HEERE, onze God?
Daarom zullen wij op U wachten,
want Gij doet al die dingen.
Doch nu, HEERE! Gij zijt onze Vader;
wij zijn leem, en Gij zijt onze pottenbakker,
en wij allen zijn Uwer handen werk.
Ziet, de volken zijn geacht
als een druppel van een emmer,
en als een stofje van de weegschaal;
Bij wien dan zult gij God vergelijken,
of wat gelijkenis zult gij op Hem toepassen?
Alzo zegt de HEERE, uw Verlosser,
en Die u geformeerd heeft van den buik af:
Ik ben de HEERE, Die alles doet,
Die den hemel uitbreidt, Ik alleen,
en Die de aarde uitspant door Mijzelven;
O HEERE! hoe groot zijn Uw werken!
zeer diep zijn Uw gedachten.
Ik vreze den HEERE, den God des hemels,
Die de zee en het droge gemaakt heeft.
Toen zeide Jezus tot haar: Vreest niet;
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u:
Indien het tarwegraan in de aarde niet valt, en sterft,
zo blijft hetzelve alleen; maar indien het sterft,
zo brengt het veel vrucht voort.
Want de HEERE is een groot God;
ja, een groot Koning boven alle goden;
In Wiens hand de diepste plaatsen der aarde zijn,
en de hoogten der bergen zijn Zijne;
Bijbelvertaling
Statenvertaling (NL)
