Schepping - Christelijke e-cards
Wij geloven in God als de Schepper van hemel en aarde. Scheppen betekent dat God iets maakt uit niets.
De enige die dat kan is God! Na de Schepping kon God over Zijn werk zeggen: "Zie het is zeer goed".
Bekijk hieronder de christelijke e-cards die gaan over Gods Schepping.:
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u:
Indien het tarwegraan in de aarde niet valt, en sterft,
zo blijft hetzelve alleen; maar indien het sterft,
zo brengt het veel vrucht voort.
Johannes 12:24
Want de HEERE is een groot God;
ja, een groot Koning boven alle goden;
In Wiens hand de diepste plaatsen der aarde zijn,
en de hoogten der bergen zijn Zijne;
Psalm 95:3-4
Indien nu God het gras des velds, dat heden is,
en morgen in den oven geworpen wordt,
alzo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden,
gij kleingelovigen?
Mattheüs 6:30
Als ik Uw hemel aanzie, het werk Uwer vingeren,
de maan en de sterren, die Gij bereid hebt;
Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt,
en de zoon des mensen, dat Gij hem bezoekt?
Psalm 8:4-5
De mens, van een vrouw geboren,
is kort van dagen, en zat van onrust.
Hij komt voort als een bloem, en wordt afgesneden;
ook vlucht hij als een schaduw, en bestaat niet.
Job 14:1-2
In Wiens hand de ziel is van al wat leeft,
en de geest van alle vlees des mensen.
Job 12:10
De Geest Gods heeft mij gemaakt,
en de adem des Almachtigen
heeft mij levend gemaakt.
Job 33:4
Op U heb ik gesteund van den buik aan;
van mijner moeders ingewand aan zijt Gij mijn Uithelper;
mijn lof is geduriglijk van U.
Psalm 71:6
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Indien het tarwegraan in de aarde niet valt, en sterft, zo blijft hetzelve alleen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort.
Johannes 12:24
Hij heeft ieder ding schoon gemaakt op zijn tijd; ook heeft Hij de eeuw in hun hart gelegd, zonder dat een mens het werk, dat God gemaakt heeft, kan uitvinden, van het begin tot het einde toe.
Prediker 3:11
Want Hij zegt tot de sneeuw: Wees op de aarde.
Dan zegelt Hij de hand van ieder mens toe,
opdat Hij kenne al de lieden Zijns werks.
Job 37:6,7
Zou Hij, Die het oor plant, niet horen?
zou Hij, Die het oog formeert, niet aanschouwen?
Psalm 94:9
De hemelen vertellen Gods eer,
en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk.
Psalm 19:2
Zo is dan noch hij, die plant, iets, noch hij, die nat maakt,
maar God, Die den wasdom geeft.
1 Korinthe 3:7
Worden niet twee musjes om een penningsken verkocht?
En niet een van deze zal op de aarde vallen zonder uw Vader.
Vreest dan niet; gij gaat vele musjes te boven.
Mattheüs 10:29,31
Daarom, hoe kostelijk zijn mij, o God, Uw gedachten!
hoe machtig veel zijn haar sommen!
Zoude ik ze tellen? Harer is meer, dan des zands.
word ik wakker, zo ben ik nog bij U.
Psalm 139:17-18
Gij Heere, zijt waardig te ontvangen
de heerlijkheid, en de eer, en de kracht;
want Gij hebt alle dingen geschapen,
en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen.
Openbaring 4:11
En wordt ook van mensenhanden niet gediend, als iets behoevende,
alzo Hij Zelf allen het leven, en den adem, en alle dingen geeft;
Handelingen 17:25
De God, Die de wereld gemaakt heeft en alles wat daarin is;
Deze, zijnde een Heere des hemels en der aarde,
woont niet in tempelen met handen gemaakt;
Handelingen 17:24
Het zijn de goedertierenheden des HEEREN,
dat wij niet vernield zijn,
dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben;
Zij zijn allen morgen nieuw,
Uw trouw is groot.
Klaagliederen 3:22-23
Bijbelvertaling
Statenvertaling (NL)