Twijfel - Christelijke e-cards

Want Hij is onze vrede.

De genade van den Heere Jezus Christus,
en de liefde van God, en de gemeenschap
des Heiligen Geestes, zij met u allen. Amen.

Welgelukzalig is de mens, die naar Mij hoort,
dagelijks wakende aan Mijn poorten,
waarnemende de posten Mijner deuren.
Want die Mij vindt, vindt het leven,
en trekt een welgevallen van den HEERE.

Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw.
Hij kan Zichzelven niet verloochenen.

Ken Hem in al uw wegen,
en Hij zal uw paden recht maken.

En zij baarde haar eerstgeboren Zoon,
en wond Hem in doeken, en legde Hem neder in de kribbe,
omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg.

Want de Zoon des mensen is gekomen,
om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was.

Want Gij, HEERE! zijt goed, en gaarne vergevende,
en van grote goedertierenheid allen, die U aanroepen.

De HEERE is goed dengenen,
die Hem verwachten,
der ziele, die Hem zoekt.

Wie is gelijk de HEERE, onze God?
Die zeer hoog woont.
Die zeer laag ziet,
in den hemel en op de aarde.
Die den geringe uit het stof opricht,
en den nooddruftige uit den drek verhoogt;

De hemel en de aarde zullen voorbijgaan;
maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.

Ziet, Hij komt met de wolken en alle oog zal Hem zien,
ook degenen, die Hem doorstoken hebben;
en alle geslachten der aarde
zullen over Hem rouw bedrijven;
ja, amen.

En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende:
Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.

Gij zijt mijn Schuilplaats en mijn Schild;
op Uw Woord heb ik gehoopt.

Vertrouwt op den HEERE tot in der eeuwigheid;
want in den Heere HEERE is een eeuwige rotssteen.

Ziet, de hand des HEEREN is niet verkort,
dat zij niet zou kunnen verlossen;
en Zijn oor is niet zwaar geworden,
dat het niet zou kunnen horen.

Die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.

En Die op den troon zat, zeide:
Ziet, Ik maak alle dingen nieuw.

Want in hetgeen Hij Zelf, verzocht zijnde, geleden heeft,
kan Hij dengenen, die verzocht worden, te hulp komen.

Ik zal U hartelijk liefhebben, HEERE, mijn Sterkte!
De HEERE is mijn Steenrots, en mijn Burg, en mijn Uithelper;
mijn God, mijn Rots, op Welken ik betrouw; mijn Schild,
en de Hoorn mijns heils, mijn Hoog Vertrek.

Want de HEERE is een groot God;
ja, een groot Koning boven alle goden;
In Wiens hand de diepste plaatsen der aarde zijn,
en de hoogten der bergen zijn Zijne;

Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn.

En roept Mij aan in den dag der benauwdheid;
Ik zal er u uithelpen, en gij zult Mij eren.

Gij zult dan weten, dat de HEERE, uw God, die God is,
die getrouwe God, welke het verbond en de weldadigheid
houdt dien, die Hem liefhebben, en Zijn geboden houden
tot in duizend geslachten.