Ziekte - Christelijke e-cards
Op deze pagina vind u de christelijke e-cards met betrekking tot ziekte.
Met deze e-cards kunt u iemand bemoedigen die ziek is of die te maken heeft met ziekte. Bekijk hieronder de christelijke e-cards met bemoedigingen voor mensen met een ziekte:
Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn,
en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen;
wanneer gij door het vuur zult gaan,
zult gij niet verbranden,
en de vlam zal u niet aansteken.
Want Ik ben de HEERE, uw God,
de Heilige Israëls, uw Heiland;
Jesaja 43:2-3
Want Ik weet de gedachten, die Ik over u denk,
spreekt de HEERE,
gedachten des vredes, en niet des kwaads,
dat Ik u geve het einde en de verwachting.
Jeremia 29:11
Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten,
die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen.
Hij zal u dekken met Zijn vlerken,
en onder Zijn vleugelen zult gij betrouwen;
Psalm 91:1,4a
Het is beter tot den HEERE toevlucht te nemen,
dan op prinsen te vertrouwen.
Psalm 118:9
Gij ziet het immers;
want Gij aanschouwt de moeite en het verdriet,
opdat men het in Uw hand geve;
Psalm 10:14a
Heere! Gij zijt ons geweest een Toevlucht
van geslacht tot geslacht.
Eer de bergen geboren waren,
en Gij de aarde en de wereld voortgebracht hadt,
ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God.
Psalm 90:1b-2
Zie, Ik heb u in de beide handpalmen gegraveerd;
uw muren zijn steeds voor Mij.
Jesaja 49:16
Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten,
dat zij zich niet ontferme over den zoon haars buiks?
Ofschoon dezen vergaten, zo zal Ik toch u niet vergeten.
Jesaja 49:15
Zou Hij, Die het oor plant, niet horen?
zou Hij, Die het oog formeert, niet aanschouwen?
Psalm 94:9
Worden niet twee musjes om een penningsken verkocht?
En niet een van deze zal op de aarde vallen zonder uw Vader.
Vreest dan niet; gij gaat vele musjes te boven.
Mattheüs 10:29,31
Want Ik, de HEERE, word niet veranderd;
daarom zijt gij, o kinderen Jakobs!
niet verteerd.
Maleachi 3:6
Het zijn de goedertierenheden des HEEREN,
dat wij niet vernield zijn,
dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben;
Zij zijn allen morgen nieuw,
Uw trouw is groot.
Klaagliederen 3:22-23
Een stem zegt: Roep! En hij zegt: Wat zal ik roepen? Alle vlees is gras, en al zijn goedertierenheid als een bloem des velds.
Het gras verdort,
de bloem valt af,
als de Geest des HEEREN daarin blaast;
voorwaar, het volk is gras.
Het gras verdort, de bloem valt af;
maar het Woord onzes Gods bestaat in der eeuwigheid.
Jesaja 40:6b-8
Want Christus is niet ingegaan in het heiligdom, dat met handen gemaakt is, hetwelk is een tegenbeeld van het ware, maar in den hemel zelven, om nu te verschijnen voor het aangezicht van God voor ons;
Hebreeën 9:24
Want ik ben verzekerd dat noch hoogte,
noch diepte, noch enig ander schepsel
ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods,
welke is in Christus Jezus, onzen Heere.
Romeinen 8:39
De HEERE nu is Degene, Die voor uw aangezicht gaat;
Die zal met u zijn; Hij zal u niet begeven, noch u verlaten;
vrees niet, en ontzet u niet.
Deuteronomium 31:8
Want Ik, de HEERE, uw God, grijp uw rechterhand aan,
Die tot u zeg: Vrees niet, Ik help u.
Jesaja 41:13
Ik zeide; O HEERE! wees mij genadig;
genees mijn ziel, want ik heb tegen U gezondigd.
Psalm 41:5
Wacht op den HEERE, zijt sterk,
en Hij zal uw hart versterken,
ja, wacht op den HEERE.
Psalm 27:14
Bijbelvertaling
Statenvertaling (NL)
