Zorgen - Christelijke e-cards

Maar de Heere is getrouw,
Die u zal versterken en bewaren van den boze.

Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom vervullen
al uw nooddruft, in heerlijkheid, door Christus Jezus.

Ik, Ik ben het, Die u troost;

Wie zijt gij, dat gij vreest voor den mens, die sterven zal?
En voor eens mensen kind, dat hooi worden zal?

Die op den HEERE vertrouwen, zijn als de berg Sion,
die niet wankelt, maar blijft in eeuwigheid.
Rondom Jeruzalem zijn bergen;
alzo is de HEERE rondom Zijn volk,
van nu aan tot in der eeuwigheid.

Genade zij u
en vrede van God,
onzen Vader,
en den Heere Jezus Christus.

Laat af, en weet, dat Ik God ben;

En ziet, Ik ben met ulieden
al de dagen tot de voleinding der wereld.
Amen.

En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende:
Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.

Ik ben de God Abrahams, en de God Izaks, en de God Jakobs!
God is niet een God der doden, maar der levenden.

Bidt zonder ophouden.

Wendt U naar Mij toe, wordt behouden,
alle gij einden der aarde!

want Ik ben God, en niemand meer.

God is ons een Toevlucht en Sterkte.
Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden.
Daarom zullen wij niet vrezen, al veranderde de aarde haar plaats, en al werden de bergen verzet in het hart van de zeeën;

Gij bekommert en ontrust u over vele dingen;
Maar één ding is nodig;

Ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht geeft.

Op U heb ik gesteund van den buik aan;
van mijner moeders ingewand aan zijt Gij mijn Uithelper;
mijn lof is geduriglijk van U.

De Naam des HEEREN is een Sterke Toren;
de rechtvaardige zal daarhenen lopen,
en in een Hoog Vertrek gesteld worden.

Maar ik vertrouw op U, o HEERE! Ik zeg:
Gij zijt mijn God. Mijn tijden zijn in Uw hand.

Ik, Ik ben de HEERE,
en er is geen Heiland behalve Mij.

Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn,
en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen;
wanneer gij door het vuur zult gaan,
zult gij niet verbranden,
en de vlam zal u niet aansteken.

Want Ik ben de HEERE, uw God,
de Heilige Israëls, uw Heiland;

Zou iets voor den HEERE te wonderlijk zijn?

Want Ik weet de gedachten, die Ik over u denk,
spreekt de HEERE,
gedachten des vredes, en niet des kwaads,
dat Ik u geve het einde en de verwachting.

Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten,
die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen.

Hij zal u dekken met Zijn vlerken,
en onder Zijn vleugelen zult gij betrouwen;

Zijt dan niet bezorgd tegen den morgen,
want de morgen zal voor het zijne zorgen;
elke dag heeft genoeg aan zijn zelfs kwaad.

Doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen.